Verpleegkundigen in de forensische zorg: “De afwisseling en complexiteit vind ik leuk”

Forensische patiënten die tijdelijk niet op hun eigen afdeling of thuis kunnen blijven, kunnen terecht op een FHIC, een forensische high & intensive care (spreek uit: F-hik). Verpleegkundigen Niels (25) en Kelly (28) vertellen over hun werk op deze bijzondere afdeling.
Niels en Kelly werken allebei op de FHIC van GGZ Drenthe. De afdeling heeft een bijzonder doel: andere afdelingen, instellingen of netwerken tijdelijk ontlasten. “Mensen worden hier voor zes weken opgenomen, met de mogelijkheid tot verlenging met zes weken”, vertelt Niels. “Ze komen hier omdat ze in crisis zitten.” Zo’n reden, ‘een crisis’, kan van alles zijn: middelengebruik, een (dreigende) psychose, maar ook een afdeling of mantelzorgers die om een andere reden een pauze nodig hebben van de patiënt. De crisis wordt geanalyseerd en behandeld, zodat patiënten – met de adviezen die mee worden gegeven voor hun behandelaren en/of afdeling – weer verder kunnen.
Beiden kwamen in de forensische zorg terecht na een stage tijdens hun opleiding hbo-v. “Ik wilde een stage op een psychiatrische afdeling waar patiënten vooruitgang boeken”, vertelt Niels. “De forensische wereld vind ik interessant, maar ook de kliniek zelf; het is zo’n ander soort zorginstelling, met een grote verbondenheid tussen collega’s.”
“Ik wist dat ik op een afdeling wil werken waar het heel uitdagend is, of met mensen die lichamelijk heel ziek zijn, of met mensen met complexe psychische problemen”, zegt Kelly. Tijdens haar stage ontdekte ze hoe afwisselend het werk hier is: “Als een patiënt lichamelijke problemen heeft, dan zijn we daarmee bezig. We geven medicatie, sommige patiënten moeten we eraan helpen herinneren dat ze moeten douchen of iets anders aan moeten trekken, en we zijn bezig met de reden dat ze hier zitten en met de veiligheid.”
Dat de verbondenheid tussen collega’s groot is, komt doordat ze heel intensief samenwerken. “Je kunt niet alles volgens de boekjes doen”, legt Kelly uit. “Dan moet je met het hele team, met onder anderen verpleegkundigen, een psychiater en sociotherapeuten; kijken wat je kunt doen om de patiënt toch verder te helpen.” Niels vult aan: “Ze hebben een psychiatrische aandoening, maar daarnaast zijn het ook allemaal verschillende mensen.” Dat maakt dat iedere patiënt een andere benadering en behandeling nodig heeft.
Vrienden vragen weleens of ze niet bang zijn. “Maar dat heb ik nooit gehad”, zegt Kelly. “Het is zo ingesteld op veiligheid; iedereen weet wat hij moet doen als er wel een acute crisis is. En we vertellen altijd aan collega’s wat we gaan doen en waar we zijn. We zeggen het zelfs als we naar de wc gaan.”
Ze krijgen verschillende trainingen, onder meer in weerbaarheid. “Het zit in de kleinste dingen”, zegt Niels. “Waar ga je zitten? Wat ga je zeggen, hoe doe je dat? Door te observeren hoe een patiënt erbij zit, herken je het ook sneller als er iets niet klopt. En je moet vertrouwen op je onderbuikgevoel en daarnaar durven handelen. Dat leren we hier echt.” Kelly vult aan: “Het is niet zo dat het onveilig voelt of onveilig is. Maar ik weet waar ik op moet letten. Ik weet bijvoorbeeld onbewust hoelang het duurt voordat een deur in het slot valt. Gebeurt dat niet, dan draai ik me uit automatisme om en kijk ik waarom dat is.”
Veel voldoening halen beide verpleegkundigen uit de stappen die patiënten maken, of die nu groot of klein zijn. Niels vertelt: “We hadden recent een man die psychotisch was ontregeld. Hij was agressief, ook bij ons. We hebben hem om veiligheidsredenen naar de separeercel gebracht en uitgelegd waarom we hem medicatie gingen geven. Daarna nam hij de medicatie vrijwillig in. Hij knapte snel op en kon binnen vijf weken weer naar huis.” “Maar er zijn ook patiënten bij wie het veel langer duurt en bij wie je het moet hebben van de kleine veranderingen”, zegt Kelly. “Die verschillen tussen patiënten vind ik ook leuk.”
Met een goed gevoel weggaan, doen ze als ze weten dat ze hebben gedaan wat goed is voor het team, én voor de patiënten. “Maar echt trots ben ik als patiënten die meerdere keren in verschillende klinieken zijn opgenomen, zeggen dat ze nog nooit ergens zo hartelijk zijn ontvangen als hier”, zegt Kelly. “Dat ze hier niet vrijwillig zitten en zich toch heel erg welkom hebben gevoeld, dat is een van de grootste complimenten die je kunt krijgen.”